De invoegtoets gebruiken om gekopieerde inhoud in Word in te voegen
In Word kan de "Insert" -toets op het toetsenbord worden gebruikt om te schakelen tussen de invoeg- en overtypemodi. Het kan echter ook worden gebruikt als een sneltoets voor het invoegen van gekopieerde of weggesneden inhoud op de huidige cursorpositie.
Om de functie van de toets "Invoegen" te wijzigen, opent u een document in Word en klikt u op het tabblad "Bestand".
Klik in het backstage-venster 'Info' op 'Opties' in de lijst met items aan de linkerkant.
Klik in het dialoogvenster "Woordopties" op "Geavanceerd" in de lijst met items aan de linkerkant.
Schakel in de sectie "Knippen, kopiëren en plakken" het selectievakje "Gebruik de invoegtoets voor plakken" in zodat er een vinkje in het vakje staat.
Klik op "OK" om het dialoogvenster "Woordopties" te sluiten.
OPMERKING: u kunt ook de toets "F2" gebruiken om snel inhoud te verplaatsen of kopiëren. Als u op 'Ctrl' en de 'Insert'-toets drukt, wordt ook alle geselecteerde inhoud gekopieerd, net als' Ctrl + C '.
Er zijn veel sneltoetsen beschikbaar in Word en u kunt ook uw eigen aangepaste snelkoppelingen voor opdrachten toevoegen. Als u snel sneltoetsen voor opdrachten op het lint wilt zien, kunt u sneltoetsen in ScreenTips weergeven.