De verschillende soorten gloeilampen die u kunt kopen en hoe u kunt kiezen

Energiezuinige gloeilampen zijn een geweldige manier om geld te besparen op uw energierekening, om nog maar te zwijgen van het langer houden van uw lampen. Maar er zijn meerdere soorten gloeilampen die er zijn, en meerdere soorten die energiezuinig zijn. Dit is wat u moet weten over de verschillende soorten gloeilampen en welke het waard zijn om te kopen.

Er zijn slechts een handvol lampen die eigenlijk bedoeld zijn voor huishoudelijk gebruik, dus we zullen ons concentreren op die in deze handleiding. Elk type gloeilamp werkt anders en verbruikt verschillende energiebedragen, dus laten we eens kijken naar de soorten die u waarschijnlijk tegen zult komen en welke het beste bij u passen.

Gloeilamp: oud en goedkoop, maar niet erg efficiënt

Gloeilampen gebruiken een aantal van de oudste technologie in de buurt, die dateert uit de vroege jaren 1800 toen de eerste conceptie van een gloeilamp werd geïntroduceerd door Humphry Day. Het duurde tot na die eeuw toen Thomas Edison een economisch bruikbare gloeilamp creëerde die later een hoofdbestanddeel zou worden in elk huishouden.

Gloeilampen bereiken licht door een draadgloeidraad op te warmen met behulp van elektriciteit, die dan een gloei produceert, en de ingesloten glazen bol voorkomt dat de verwarmde draad verbrandt en vlam vat door zuurstof te blokkeren.

Het is echt eenvoudige technologie en deze lampen zijn echt goedkoop. Het zijn de lampen die je waarschijnlijk het grootste deel van je leven in huis hebt gebruikt. Ze verbruiken echter de meeste elektriciteit uit het stel, dus ze zijn niet de beste optie voor uw portemonnee op de lange termijn. De meeste gloeilampen van huishoudens gebruiken overal van 40 watt tot 100 watt aan elektriciteit. Dat lijkt misschien niet heel veel, maar wacht tot we het hebben over een aantal andere opties.

Fluorescerend: niet ideaal voor de meeste huishoudelijke toepassingen

Fluorescentielampen worden meestal gebruikt voor commerciële en industriële doeleinden. Je ziet ze in de meeste openbare gebouwen zoals supermarkten, scholen, banken, enz., En dat is omdat fluorescentielampen uitzenden veel van licht, wat handig is in grotere ruimtes. Iedereen kan ze echter kopen en gebruiken in garages, werkplaatsen en andere soortgelijke gebieden.

Verder gebruiken fluorescentielampen minder energie dan gloeilampen in het algemeen. Dus terwijl een gloeilamp van 60 watt ongeveer 800 lumen kan uitstoten, kan een typische tl-buis ongeveer 3.000 lumen uitstoten met slechts 35 watt of zo. Een van de fallbacks is echter dat het fluorescentielicht enige tijd nodig heeft om op te warmen en de volledige helderheid te bereiken, terwijl het gloeilampje onmiddellijk gloeit.

Fluorescentielampen zijn ook een beetje gevaarlijker, omdat ze aan de binnenkant kwikgas bevatten. Deze lichten werken door een elektrische stroom door het kwikgas te sturen, dat een ultraviolet licht produceert dat vervolgens de fluorescerende laag aan de binnenkant van de buis helder laat gloeien, waardoor het licht ontstaat. Als een buis breekt, kan het kwikgas ontsnappen, wat gevaarlijk is om in te ademen.

CFL: midden-van-de-weg in efficiëntie, gevaarlijk als ze breken

Een paar jaar geleden werden CFL-lampen gezien als de reddende genade voor gloeilampen. CFL staat voor compact fluorescentielicht, dus u raadt het al, CFL-lampen zijn gewoon een compactere versie van TL-buizen en zijn gemaakt om gloeilampen voor huishoudelijk gebruik te vervangen.

CFL-lampen werken op dezelfde manier als gewone fluorescentielampen, wat betekent dat ze ook wat tijd nodig hebben om op te warmen en schadelijk kwikgas bevatten. Ze zijn echter ook veel energie-efficiënter dan gloeilampen. Een CFL-lamp kan bijvoorbeeld gemakkelijk een gloeilamp van 60 watt repliceren, maar zal slechts ongeveer 15 watt gebruiken om dezelfde helderheid te bereiken. Bovendien zijn de kosten van CFL-lampen vrij laag. Ze zijn echter nog steeds niet de beste in termen van energie-efficiëntie.

LED: kostbaar, maar zeer efficiënt, en het waard op de lange termijn

De gouden standaard op dit moment in de verlichtingsindustrie is LED, wat staat voor light-emitting diode. LED is een technologie die al een tijdje bestaat. Als u naar uw tv, luidsprekers of iets anders kijkt dat elektronisch is, ziet u mogelijk een klein lampje dat aangeeft of het apparaat is ingeschakeld of niet. Dat zijn kleine LED's.

LED-lampen in de vorm van gloeilampen zijn echter nog steeds vrij nieuw, waardoor ze duurder zijn dan andere soorten gloeilampen. Led-lampen gaan echter wel mee manier langer dan gloeilampen en fluorescentielampen. Zelfs de goedkopere, minder betrouwbare LED-lampen kunnen ongeveer 10.000 uur mee, wat ongeveer 10x langer is dan een gloeilamp. Bovendien zijn ze veiliger dan fluorescerende lampen, ze worden niet eens erg heet.

Elke fatsoenlijke LED-lamp heeft een geschatte levensduur van ongeveer 25.000 uur, dus het is onwaarschijnlijk dat u de lamp binnenkort moet vervangen. Zelfs als u elke dag acht uur een led-lamp oplichtte, zou het ongeveer 8,5 jaar duren voordat het einde van zijn levensduur zou zijn bereikt. Dus, terwijl u meer van tevoren uitgeeft, hoeft u LED-lampen bijna net zo vaak te vervangen als andere typen. Bovendien kunt u gebruik maken van hulpprogrammakortingen om geld te besparen op deze LED-lampen.

Alle slimme lampen (zoals Philips Hue, Osram Lightify, GE Link, enz.) Zijn LED-lampen, dus als u veel geld uitgeeft aan een slimme verlichtingsset, heeft u het vertrouwen dat de lampen een lange levensduur hebben . Bovendien zijn er allerlei verschillende soorten slimme lampen die u ook kunt kopen.

Eén nadeel voor LED-lampen is dat ze soms een zwak zoemend geluid kunnen afgeven als je ze dimt. Het is niet erg vervelend, maar als het doodstil is en je ernaar luistert, kan dat heel duidelijk zijn.

Op het einde zouden we zeggen dat LED-lampen de bollen moeten zijn. Ze zijn een beetje duur, maar je kunt ze gemakkelijk vinden voor slechts $ 2,50 per lamp, en de energiebesparing op de langere termijn is zeker de moeite waard.

Afbeeldingen van Jan-Erik Finnberg / Flickr, Jeff Wilcox / Flickr, Daniel Oines / Flickr